Ik heb reeds eerder geschreven dat de crisis in de Katholieke Kerk terug te brengen is naar een gebrek aan geloof in en eerbied voor Jezus in het Heilig Sacrament. En dat begon bij ons, in de lage landen (Nederland, België, Duitsland) in 1965, vlak na het Tweede Vaticaans Concilie, in rechtstreekse ongehoorzaamheid aan de Paus. Er werden zogenaamde ‘volksaltaren’ geïntroduceerd, de communiebanken werden achteraan de kerk gezet als ornament, of in stukken verzaagd en verkocht. En alle priesters kregen van hun bisschop te horen dat men voortaan de H. Communie in de hand zou geven, en dat de mensen daarbij rechtop moesten staan. Alle nodige vroomheid en eerbied, die eeuwenlang in gebruik was, was plots overbodig geworden… De priesters stelden zich daar kennelijk geen vragen bij, en schikten zich zonder meer naar “de wens van de bisschoppen,” ook al was dit in ongehoorzaamheid aan de Heilige Vader, de Vicaris van Christus, want de bisschoppen hadden geen toelating gekregen van Rome en handelden op eigen houtje.
Het Tweede Vaticaans Concilie had namelijk NERGENS bepaald dat de Communie voortaan in de hand mocht ontvangen worden – noch had de Paus daar toestemming voor gegeven. De priesters, die deze praktijk aanvaardden en introduceerden in hun parochies, en die “gehoorzaam” waren aan hun ongehoorzame bisschoppen, waren dus in werkelijkheid ook ongehoorzaam aan de H. Stoel. De praktijk van de handcommunie is en blijft een gevolg van een daad van rebellie tegen de Paus. En rebellie komt niet van Hierboven, maar van Hierbeneden: de Hel – van de eeuwige Rebel: de Satan. En de bisschoppen en kardinalen die rebelleerden, hadden banden met, of waren lid van …. de Vrijmetselarij (zoals: Kardinaal Suenens). En de priesters rebelleerden mee, en vonden alles oké.
Paus Paulus VI vaardigde in 1969 een decreet over het uitreiken van de H. Communie uit, Memoriale Domini genaamd, waarin hij de praktijk van de handcommunie verwierp:
“De Opperste Pontifex oordeelde dat de aloude manier van het uitreiken van de Heilige Communie aan de gelovigen [op de tong] niet mag veranderd worden. De Apostolische Stoel spoort bisschoppen, priesters en gelovigen aan deze wet, die geldig is en opnieuw werd bevestigd volgens het oordeel van de meerderheid van het Katholieke episcopaat, godvruchtig na te leven, in de vorm die de huidige ritus van de heilige liturgie voorziet, en uit bezorgdheid voor het algemeen welzijn van de Kerk.”
De ruime meerderheid van het toenmalige mondiale episcopaat was tegen de handcommunie, en de Paus bevestigde dit. Helaas, helaas… liet Paus Paulus VI een kleine opening, en mochten de bisschoppen in de gebieden waar reeds handcommunie was geïntroduceerd, een dispensatie vragen, indien 2/3 meerderheid ervoor was, en indien er ernstige redenen waren, waarna de H. Stoel hun beslissing zou beoordelen. Maar Kardinaal Knox, toenmalig Prefect van de Congregatie van de Goddelijke Eredienst, was vrij laks in het verlenen van deze dispensaties, waardoor de handcommunie zich als een kankergezwel uitzaaide in de hele Kerk. Want zoals altijd, als een deur op een kiertje komt, gaat die na korte tijd wagenwijd open. Paus Paulus VI had zich schromelijk vergist en mocht nooit die toegeving gedaan hebben!
Maar de Hemel liet dit niet zomaar gebeuren, en is sinds 1965 talloze keren tussengekomen via verschillende zieners wereldwijd, waarbij boodschappen werden gegeven, waarin bekend werd gemaakt dat de handcommunie niet de goedkeuring heeft van Hierboven. In bovenstaande video citeer ik er enkele. Ik moet zelf toegeven: ik heb ook de handcommunie laten varen door zo’n boodschap, zo’n privé-openbaring. Dat was voor mij, en voor de familie, de doorslag om voortaan de H. Communie op de tong te ontvangen, ondanks scheve blikken en een woedende pastoor. En in een Tridentijnse Mis – waar ik regelmatig naartoe ga – bestaat er geen handcommunie. Uiteraard is niemand verplicht privé-openbaringen (die niet door de Kerk zijn goedgekeurd) te geloven, maar het is aangeraden ze in overweging te nemen als ze overeen stemmen met de H. Schrift en de traditie van de Kerk.
Indien nu een priester denkt dat hij “moet” de H. Communie in de hand geven omdat hij anders ongehoorzaam is aan de bisschop, maar daar eigenlijk principieel tegen is, dan kan hij eigenlijk gerust zeggen tegen zijn bisschop dat de handcommunie een gevolg van ongehoorzaamheid, ontrouw en rebellie is, en hij daar niet aan wenst mee te doen, omdat zijn geweten dat niet toe laat.
De handcommunie, die sinds de introductie ervan voor ontelbare heiligschennissen heeft gezorgd, is er gekomen door ongehoorzaamheid. Moet men dan gehoorzaam zijn aan ongehoorzaamheid? Of moet men niet veeleer ingaan tegen deze ongehoorzaamheid, deze daad van rebellie ongedaan maken, eerherstel brengen, en terugkeren naar de traditie? Naar wat God wil?
De gewone mensen weten niet beter, omdat ze het “zo geleerd hebben,” maar de priester kan in een homilie eens uitvoerig spreken over de heilige Eucharistie, de Werkelijke Tegenwoordigheid, en de vereiste eerbied die men moet hebben voor Jezus Christus in de Heilige Hostie. En daar kan men het eens hebben over de wijze van ontvangen van de H. Communie – en hoe die handcommunie er nu eigenlijk gekomen is: niet doordat de Paus het verlangde, maar door rebellerende bisschoppen en kardinalen, die tégen de Paus in handelden.
Heb goede moed, als men strijdt voor de Waarheid, voor eerbied en liefde voor de Heer in Zijn Heilig Sacrament, dan is Christus met u, en zult u een grote beloning ontvangen in het hiernamaals. We mogen niet bang zijn om “tegen de stroom in” te gaan. Want enkel door tegen de stroom van modernisme en lauwheid, onverschilligheid en laksheid in te gaan, kan er een ommekeer komen in de Kerk. Christus predikte ook geen laksheid, maar de radicale boodschap:
“Wie zijn kruis niet opneemt en Mij volgt, is Mij niet waardig.” (Matt. 10,38)
Ik wil nog een citaat brengen uit het document “Maria dwingt de Duivel tot bekentenissen”, waarin een demon, op bevel van de exorcist via de bezetene bekent:
“Christus – we hebben het zelf indertijd gezien toen HIJ het brood brak – heeft het niet gegeven in de handen van de apostelen. We weigeren te spreken. We willen niets meer zeggen! Hij heeft het brood rechtstreeks geplaatst in de mond der apostelen. De aanwezige apostelen op het laatste avondmaal hebben nooit anders gehandeld; zij in de mond; en zelfs de Heilige Maagd heeft nooit anders dit Sacrament ontvangen, altijd geknield, diep gebogen. Zo het er later anders is toegegaan, is het niet de fout van de apostelen. De Heer Jezus en Zijn Moeder zijn er ook voor niets tussen. Die van Daarboven hebben zulks noch ingesteld, noch gewild. Het was hoegenaamd hun bedoeling niet. Wij zijn het die het hebben bekonkeld en gecomplotteerd. We redeneerden aldus: Indien we reeds bij de eerste Christenen de Communie in de hand ingang kunnen doen vinden, dan zal men later kunnen beweren: “Handcommunie bestond reeds bij de eerste Christenen!” En aldus konden de hedendaagse lieden zeggen: “Bij de eerste Christenen communiceerde men wel in de hand, het is dus geen kwaad. Het waren toch de eerste Christenen, het tijdperk vlak na Chrisuts. Het kan dus volstrekt geen zonde zijn!”
Maar zij gaven zich geen rekenschap dat het door God niet gewild was. Te dien tijde reeds, dachten we dat indien we het konden bekomen, een zekere lauwheid er het gevolg zou van zijn. Nochtans de mondkommunie is terug gekomen; heilige zielen en zeer grote kerkleraren hebben ingezien waarheen het ging, en dat met het ontvangen van Die Hierboven in de mond, veel meer eerbied zou opgebracht worden… dan wanneer men Hem in de poten, de vuile handen… met lange geverniste nagelen, met verwaarloosde handen. We kunnen niet alles zeggen. Er zijn dikwijls lieden welke hun poten de ganse dag niet hebben gewassen, zelfs als ze ergens gegaan zijn… Ik wil het niet zeggen!… Het is een vreselijke oneerbiedigheid.
[…]
Vraag van de exorcist: Zijn de priesters verplicht de Communie in de hand te geven wanneer het volk het eist?
Beëlzebub: In geen geval. Volstrekt in geen geval. Meent ge soms dat de priester de speelbal is van zijn volk? Hij bezit het recht te gebieden! In het algemeen moeten we nog dit bekennen: zo de priesters de mondcommunie toepasten, zoals Die van Daarboven het willen, dan zouden zij in het begin op tegenstand stuiten, omdat wij olie op het vuur gieten, doch mettertijd, zouden zij in hun kerken veel meer gelovigen krijgen dan waar de Communie anders wordt uitgedeeld, waar lauwheid heerst.

Een gedachte over “Over de wijze van ontvangen van de H. Communie”