Wat is de H. Eucharistie?

12038560_1047256598640859_2408162706564488816_n

Het Heilig Sacrament van de Eucharistie, de werkelijke tegenwoordigheid van Jezus in de Hostie, is voor de heidenen een dwaasheid, maar voor gelovigen is het een groot mysterie en bron van genade. Het is zelfs één van de grondslagen van het Katholiek geloof. Eucharistie betekent letterlijk ‘Dank zeggen.’
De Eucharistieviering is het Misoffer, waarbij Jezus werkelijk aanwezig is en de priester het Goddelijk Lam opnieuw offert als verzoening voor de zonden. Daarom wordt de Mis het onbloedig offer genoemd. Het moment waarop de priester de consecratiewoorden uitspreekt verandert het brood en de wijn in het Lichaam en het Bloed van Jezus, en dit wordt de transsubstantiatie genoemd.
Het nuttigen van de Hostie wordt Communie genoemd, we verenigen ons met Christus in dit Sacrament, we vormen geestelijk gemeenschap met Christus. Het levende Brood voedt, sterkt ons en heiligt ons, het doet ons verzaken aan de wereldse dingen en verlangen naar de Hemel. Wij voeden ons met Christus en Zijn genaden en Hij ‘eet’ als het ware onze ongerechtigheden en dagelijkse zonden weg. Het is het moment waarop Hij zeer intiem wordt met ons. Van alle geheimen die de Zaligmaker ons als werktuigen van Zijn genade gaf, is er geen dat met het allerheiligste Sacrament kan vergeleken worden. Daarom moet men voor dit Sacrament de grootste eerbied aan de dag leggen. De Apostel Paulus waarschuwde diegenen die de Eucharistie op onwaardige wijze ontvingen en voegde eraan toe dat er daarom zoveel mensen zwak en ziek waren, en velen gestorven. Het is de plicht van de priesters om de mensen aan te zetten tot grote eerbied voor dit Sacrament, hoe en hen te vertellen hoe en waarom zij dit moeten doen.

Grondslag van de H. Eucharistie

lambofgod

De Eucharistie vindt zijn grondslag reeds lang voordat Christus het instelde. In het Oud Testament vinden we vele voorafbeeldingen van dit Sacrament, zoals het offer van Melchisedek. Het manna dat God in de woestijn uit de hemel liet vallen om Zijn volk te voeden is ook een beeld daarvan. Zelfs het Paaslam dat door de Joden jaarlijks werd gegeten is in feite een voorafbeelding van de Eucharistie. Een zuiver lam zonder gebreken, werd uitgekozen en afgezonderd. Het werd geslacht, het vergoot z’n bloed, en het werd kruisgewijs vastgebonden en gebraden. Vervolgens at men al staande het vlees. Dit gebruik werd ingesteld in Egypte, toen God in alle huizen de eerstgeborenen met de dood sloeg, maar diegenen passeerde die een lam hadden geslacht en bloed aan de deurpost hadden gebracht.

Christus is het Nieuwe, volmaakte Goddelijke Lam. Hij werd afgezonderd en naar de slachtbank geleid. Hij vergoot Zijn bloed en stierf voor ons. Hij voedt ons met Zijn Lichaam in de Eucharistie. In het Misoffer, dat door de priester wordt opgedragen, wordt Christus door de Consecratie tegenwoordig in het brood en de wijn. Dit wordt op onzichtbare wijze Vlees en Bloed van onze Heer.

Wat staat er in het Evangelie?
Johannes 6,48-59:

“Ik ben het brood om van te leven. Uw voorouders hebben in de woestijn het manna gegeten, en toch zijn ze gestorven. Zo is het niet met het brood dat uit de hemel neerdaalt: wie daarvan eet zal niet sterven. Ik ben het levende brood, dat uit de hemel is neergedaald. Als men van dát brood eet, zal men leven in eeuwigheid. En het brood dat Ik zal geven, is mijn vlees, voor het leven van de wereld.’ Toen ontstond er onder de Joden een discussie: ‘Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven?’ Daarop hernam Jezus: ‘Waarachtig, Ik verzeker u: als u het vlees van de Mensenzoon niet eet, als u zijn bloed niet drinkt, is er geen leven in u. Maar wie mijn vlees en bloed eet en drinkt, die bezit eeuwig leven: op de laatste dag laat Ik hem opstaan, want mijn vlees is echt voedsel, mijn bloed is echte drank. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft met Mij verbonden en Ik met hem. Zoals Ik leef uit de Vader, de Levende, die Mij gezonden heeft, zo zal ook hij die zich met Mij voedt, leven uit Mij. Dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald, niet dat wat uw voorouders hebben gegeten, die niettemin gestorven zijn. Wie zich met dit brood voedt, zal leven in eeuwigheid.’ Zo luidde de onderrichting die Jezus hield in een synagoge van Kafarnaüm.”

Instelling van de Eucharistie en de juiste consecratiewoorden

Vlak voor Zijn Lijden, tijdens het Laatste Avondmaal, stelde Jezus dan het Sacrament van de Eucharistie in. Lezen we: Markus 14,22-25: Tijdens de maaltijd nam Hij een brood, sprak de zegenbede uit, brak het brood, gaf het hun en zei: ‘Neem het, dit is mijn lichaam.’ Ook nam Hij een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun die beker; ze dronken er allen uit. En Hij zei hun: ‘Dit is mijn bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten. Ik verzeker jullie, Ik zal niet meer drinken van de vrucht van de wijnstok tot de dag waarop Ik de nieuwe oogst zal drinken in het koninkrijk van God.

Consecratiewoorden in de Mis

eucharistpriest

(Soms kan hierin een woordje variëren, maar indien u de priester iets anders dan dit hoort uitspreken dan was de consecratie niet geldig)

‘Neemt en eet hiervan gij allen, want dit is mijn Lichaam dat voor u gegeven is; neemt en drinkt hier allen uit, want dit is de beker van het nieuwe, altijddurende Verbond, dit is mijn Bloed dat voor u en voor velen wordt vergoten tot vergeving van de zonden. Blijft dit doen om Mij te gedenken.’