Vreselijke heiligschennissen in Lissabon

Het zijn weer de ‘Wereldjongerendagen’, dit keer in Lissabon. Steevast is dit synoniem voor ‘ontelbare profanaties van het H. Sacrament’. De foto’s van de openingsmis afgelopen zondag zijn bijna om niet aan te zien: jongeren delen de H. Communie uit aan jongeren (in de hand uiteraard) met behulp van een plastic Ikea-potje met kartonnen deksel (de zogenaamde ‘ciborie’)…. Met hoe weinig respect er daar wordt omgegaan met het H. Sacrament!

Stiekem hoopte ik bij het zien van deze beelden (welke elke keer terugkeren bij die ‘Wereldjongerendagen’) dat de consecratie niet geldig was. Zoveel profanaties van de Eucharistische Heer!

Ik wil bij deze graag de lezers vragen om een akte van eerherstel te brengen aan de Eucharistische Heer.

Wat een contrast met hoe het in de traditionele kringen eraan toe gaat, en hoe het er in heel de Kerk aan toe ging vóór 1965… Vergelijk het eens met bvb. de Paris-Chartres Pinksterbedevaart waar zoveel jongeren en zelfs kinderen aan deelnemen:

Stil vertoeven bij de Heer in het tabernakel

Hoe weinig wordt het gewaardeerd en beoefend, en toch… hoe heerlijk is het stil vertoeven bij de Heer in het tabernakel.

Ik hou erg veel van die oude communieprentjes van de jaren 1930 en 1940, waar vaak kinderen op afgebeeld staan die de Eucharistische Jezus aanbidden in het tabernakel. Dat zijn waarlijk hemelse voorstellingen. Ze wekken ons op tot meer godsvrucht voor Jezus in het tabernakel. Hij verblijft daar, en Hij wacht daar op ons. Velen denken dat Eucharistische aanbidding bestaat in het aanbidden van en vertoeven bij de Eucharistische Heer uitgesteld in een monstrans op het altaar, maar niets is minder waar. De Heer is evenzeer in het tabernakel als in de monstrans, als tijdens de H. Mis na de consecratie, op het altaar.

Daarom moeten we altijd de gepaste eerbied tonen voor de Heer, als we zijn troon op aarde voorbij gaan. Door stil even te buigen of te knielen, tonen we dat we geloven dat Hij werkelijk tegenwoordig is; dat wij Zijn gelijke niet zijn – maar dat Hij God is; en dat we Hem graag zien. Dat heeft niks met ‘opvallen’ te maken. Want wie zich schaamt tegenover de Heer, over Hem zal Hij zich schamen wanneer Hij zal komen om te oordelen. Want Satan gelooft ook in Jezus, maar knielt niet voor Hem omdat hij Hem niet graag ziet. Of misschien knielt hij, omdat de engelen hem ertoe dwingen, maar dat is dan niet uit eigen beweging. Wij buigen of knielen voor de Heer aanwezig in het tabernakel, in elke geconsacreerde heilige Hostie (in de ciborie), uit liefde voor Hem. Wie veel liefheeft, zal veel liefdebewijzen tonen; net zoals de bekeerde overspelige vrouw die aan Jezus’ voeten lag.

Lees Meer