In de laatste dagen van juli 1317 werd de kapelaan van Viversel door enkele parochianen geroepen om het laatste sacrament te brengen bij een zieke. De priester haalde snel de Heilige Hostie in de kerk, en ging naar het sterfbed, om eerst de biecht te horen van de zieke. Ondertussen liet hij de ciborie op een tafel staan. Terwijl de priester bezig was aan het sterfbed, maakten enkele nieuwsgierige mensen de ciborie open en namen de Heilige Hostie om aan elkaar te tonen. Toen de priester terugkwam om de zieke de H. Communie te geven, opende hij de ciborie en zag het bloed stromen uit de Heilige Hostie. Hij verzekerde de zieke dat hij meteen zou weerkeren en bracht de miraculeuze Hostie naar de kerk van Viversel. Na zijn taken gedaan te hebben, ging de kapelaan naar de pastoor en verhaalde het gebeuren. De pastoor van Lummen zond toen de kapelaan met de Hostie naar het nabijgelegen Cisterciënzerinnenklooster van Herkenrode. In dat klooster verbleef toen de monnik Simon, uit de abdij van Alne, een wijze en gerespecteerde priester. Op 1 augustus 1317 vertrok de reis naar Herkenrode. Op zijn weg kwam de kapelaan enkele herders met hun kudde schapen tegen; hij zag de dieren zich naar hem keren, hun knieën buigen, en in aanbidding blijven tot hij gepasseerd was. Zodra de kapelaan de abdij van Herkenrode naderde, begonnen de twee klokken van de kerktoren spontaan te luiden. Toen hij de abdijkerk binnenkwam, draaide de priester aan het altaar, die net de Mis zou beginnen, zich spontaan om en knielde neer. De kapelaan plaatste de miraculeuze Hostie op het altaar om ze te laten zien aan heel de gemeenschap. Maar zij zagen Jezus Christus in menselijke gedaante op het altaar, bekroond met doornen die en zo fel licht uitstraalden dat de hele kerk ervan werd vervuld. Sindsdien noemt de Heilige Hostie het Sacrament van Mirakel.
Doorheen de eeuwen werd het Sacrament van Mirakel het focuspunt van bedevaarten en Eucharistische devotie. De bisschop van Luik, Engelbert van der Marck, liet uitvaardigen dat ieder jaar de overbrenging naar Herkenrode plechtig gevierd moest worden. Talrijke mirakels zorgden dat de belangstelling groot bleef tot de opheffing van de abdij in de Luikse revolutie na 1796. Enkele jaren werd het Sacrament door gelovigen verborgen gehouden, tot het op 24 september 1804 met een grote processie van de begijnhofkerk werd overgebracht naar de Kathedraal van Hasselt, waar het nog steeds vereerd wordt.


