In 1369 overtuigde Jonathas, een rijke jood uit Edingen, zijn Brusselse geloofsgenoot Jan van Loven om hosties te stelen uit de Sint-Katharinakapel in Sint-Jans-Molenbeek om ze vervolgens te ontheiligen, want hij kon niet geloven dat dit het ‘Lichaam van Christus’ is. Jonathas bracht de zestien hosties mee naar zijn huis te Edingen, maar werd er door onbekenden vermoord. Zijn weduwe zag hierin een hemelse straf en bracht de hosties naar de Joden van Brussel. Zij hielden de Hosties bij tot op Goede Vrijdag, toen ze de Hosties beschimpten en met hun dolken doorstaken. Hun handen kwamen echter onder het bloed te zitten dat miraculeus uit de geprofaneerde hosties tevoorschijn kwam. Hoogst ontdaan droegen de heiligschenners één van hen, Catharina, op om de hosties naar de Keulse Joden te brengen. Catharina kreeg echter schrik, bracht de hosties naar de pastoor van de Kapellekerk, Petrus Van Heede, en biechtte op wat er gebeurd was.

De pastoor schakelde het gerecht in. De Joden werden gearresteerd en opgesloten in de Steenpoort-gevangenis. Ze werden ondervraagd, gemarteld, en ter dood veroordeeld.

Op Sacramentsdag 1370 werden nadien drie van de hosties op plechtige wijze overgebracht naar de collegiale kerk van Sint-Goedele. Op deze wijze werd de devotie die nog eeuwen nadien in stand gehouden zou worden, in gang gezet. In 1530 liet Margaretha van Oostenrijk de processie door de stad trekken. Ze zou voortaan elke zondag na 13 juli plaatsvinden (tot 1820). In 1530-1542 werd de eerste kapel van Sint-Goedele vervangen door een nieuwe Sacramentskapel, waar thans de schatkamer gevestigd is. Keizer Karel V en zijn verwanten schonken zeven glasramen waarop het mirakel werd uitgebeeld. Ze werden uitgevoerd door de Antwerpse glazenier Jan Hack naar ontwerpen van Barend van Orley en Michael Coxcie. Vier ervan zijn bewaard. Andere glasramen in de zij- en kruisbeuken zouden later worden geschonken door koning Leopold I en Leopold II.[6]

Het mirakelverhaal werd deel van de Contrareformatie-propaganda. Dit gebeurde onder meer door de katholieke Albrecht en Isabella, die zich in de kapel lieten begraven

Sint-Goedelekathedraal.

Bron.